Twee soorten autosnelwegen: locaal & intercity

 


NIET ZO:

(best leuk, maar geen optimaal gebruik van de ruimte)


MAAR ZO:

(voorbeeld A2: locaal en lange-afstandsverkeer scheiden)


Afzonderlijke intercity-snelwegen
  • Bovenop of ingeklemd tussen locale snelwegen
  • 2x3-baans (want veel vrachtverkeer)
  • Slechts enkele op- en afritten: betere doorstroming voor lange-afstandsverkeer
  • Voorbeeld A2: slechts de volgende afslagen: Amsterdam (A9), Utrecht (A12), knooppunt Everdingen (A27), knooppunt Deil (A15), Den Bosch (A59), Eindhoven (A58 + A67), knooppunt het Vonderen (A73), Maastricht
  • Bij ongevallen eenvoudig omleiding in te stellen: gewoon even over de andere snelweg
Op de intercitysnelweg: adviessnelheid 130 km/u (als in Duitsland)
  • Bij drukte reguleert snelheid zichzelf wel
  • Voorkomt extreme snelheden elders
  • Gevolg: meer respect voor echte, reële snelheidslimieten
  • Positief effect op algemeen verkeersgedrag
Afschaffing spitsstroken e.d.
  • Spitsstroken ondermijnen respect voor vluchtstrook en zijn dus gevaarlijk
  • Een strook is of om te rijden of voor noodgevallen
  • Ook geen busverkeer over spitsstrook: gevaarlijk!
Stimuleer rechtshouden
  • Dus niet de middelste, maar de meest rechtse baan
  • Betere benutting capaciteit