Niet altijd de snelste weg


Niet altijd de snelste weg

11 december 2009

 

Automobilisten kiezen niet altijd voor de snelste weg. Tijdens een kentekenonderzoek in Enschede bleek dat een kwart kiest voor een langzamere route. Deze constatering kan gevolgen hebben voor de toepassing van verkeersmodellen. Die gaan er meestal vanuit dat de meeste automobilisten wel de snelste weg kiezen.

 

Tom Thomas en Bas Tutert van Wittenveen+Bos bestudeerden de resultaten van een groot kentekenonderzoek rond Enschede waarbij 50.000 kentekens gevolgd werden. Daarbij bleek dat 25% van de auto’s niet over de snelste route gaat. Hierdoor wordt door het autoverkeer gemiddeld 8% omgereden ten opzichte van de snelste route. Een reden kan zijn dat mensen vaak niet volledig zijn geïnformeerd en hun keuze baseren op een verwachte reistijd. Ook de verwachte betrouwbaarheid van de route speelt een rol. En ook kunnen automobilisten kiezen voor routes waar ze kunnen doorrijden zonder dat ze worden opgehouden door allerlei obstakels zoals bijvoorbeeld drempels, fietsers en verkeerslichten.
 

De onderzoekers veronderstellen dat de mate van omrijden groter zal zijn in fijnmazige, stedelijke
netwerken en kleiner in snelwegnetwerken. De extra omrijdtijd en dus ook extra kilometers worden niet gemodelleerd in een zogenaamde evenwichtstoedeling, waarbij automobilisten de snelste route kiezen. ‘De verwachting is dat, vergeleken met de werkelijkheid, zo een toedeling vooral leidt tot lagere verkeersbelastingen, maar niet tot een significant andere verdeling over het netwerk’, aldus Thomas en Tuters.
 

(verkeersnet)


Ons commentaar:

Met een beetje gezond verstand hadden ze dit natuurlijk ook wel zonder onderzoekje kunnen bedenken. Maar juist het ontbreken van zulk gezond verstand is een eigenschap die helaas vele verkeerskundigen kenmerkt. Dat zelfde gebrek aan realiteitszin leidt er ook toe dat het stagnerende effect van allerlei duurzaam-veilig-maatregelen systematisch wordt onderschat. Veel weggebruikers hebben nu eenmaal helemaal niet de neiging om zich zo snel mogelijk te verplaatsen, en van diegenen die dat wel hebben ontbreekt het een groot deel aan handigheid en inzicht om dat ook daadwerkelijk te doen. En door wegen telkens zo in te richten dat men elkaar niet kan passeren, zijn alle weggebruikers permanent de dupe van deze tekortkomingen. Zo is het altijd de zwakste schakel die bepalend is, terwijl dat dus niet zou hoeven als men maar meer passeerruimte biedt.