Project Kindlint draagt bij aan veiliger omgeving


Project Kindlint draagt bij aan veiliger omgeving

27 oktober 2009


Het Kindlintproject scoort niet op alle punten een voldoende. Maar een aantal aspecten, zoals de veilige oversteekplaatsen, dragen wel bij aan een veiliger woonomgeving voor kinderen.
 

Dat zegt Onderzoeksinstituut OTB die het eerste Kindlint van Nederland in de Spaarndammerbuurt in Amsterdam evalueerde.
 

Een pluspunt van het Kindlint zijn de veilige(re) oversteekplaatsen, aldus OTB. Eigenlijk zouden al deze plaatsen in woonbuurten zo veilig moeten zijn, ongeacht of ze aan een Kindlint liggen of niet. Of kinderen eerder naar school gaan, heeft vooral te maken met veilige oversteekplaatsen: hoe meer veilige oversteekplaatsen nabij een school liggen, des te meer kinderen alleen naar school kunnen gaan. Een ander pluspunt is dat er duidelijk moeite is gedaan om het straatleven aantrekkelijker te maken, met leuke speeltuigen, fonteintjes, vrolijke beelden, tegels en andere kunst. Dit verlevendigt het straatbeeld.
 

Maar er is nog veel onwetendheid bij zowel kinderen als ouders over het hoe en wat van het Kindlint, zo constateert het instituut verder. Bovendien komen er elk jaar weer nieuwe kinderen en ouders bij. Dit betekent dat er een taak ligt voor jaarlijks terugkerende voorlichting en communicatie.
 

Een Kindlint is een kindvriendelijke route in de wijk die speelplekken, scholen en andere kinderbestemmingen met elkaar verbindt. De route van het Kindlint is zichtbaar in vrolijk gekleurde tegels in de stoep. Oversteekpunten zijn met verkeersremmende maatregelen veiliger gemaakt, en daar zijn ook andere tegels gebruikt, bedoeld om kinderen te laten wachten. Langs de route zijn leuke ‘speelmomenten’ voor kinderen neergezet, zoals een fonteintje, een evenwichtsbalk of keien om overheen te springen.
 

De bedoeling achter het Kindlint is dat kinderen zich eerder zelfstandig buiten op straat kunnen verplaatsen, zonder dat vader of moeder hen telkens hoeft te begeleiden. Met een Kindlint kunnen kinderen veilig zelf op pad. Kinderen lopen of fietsen al spelend van de ene plek naar de andere.
 

De aanleiding voor het Kindlint waren signalen dat kinderen zich op steeds latere leeftijd zelfstandig op straat bewegen. Uit onderzoek van Veilig Verkeer Nederland bleek dat kinderen tegenwoordig gemiddeld pas op hun tiende zelfstandig naar school gaan. In de jaren zeventig was dat nog op hun achtste. Kinderen op de basisschool zijn dus nauwelijks nog gewend om zelfstandig naar school, vriendjes, muziekles of de training te gaan, maar worden begeleid door hun ouders. De belangrijkste reden die wordt aangevoerd is dat het verkeer drukker en onoverzichtelijker is dan vroeger, wat het gevaarlijker voor kinderen maakt.

 

Alles overziend komt OTB tot de conclusie dat het Kindlint in de Spaarndammerbuurt in beperkte mate is geslaagd. ‘Het succes zit niet in de route met de tegels, omdat de aangegeven route vaak niet wordt gevolgd, en bovendien de bedoeling achter de tegels dikwijls niet wordt opgevolgd. Kinderen kiezen hun eigen weg. Het succes zit er wel in dat de buurt er vanuit kinderoptiek beter op is geworden: er zijn meer speelplekken in de buurt, er ligt vrolijke kinderkunst, de auto’s rijden langzamer en de oversteekplaatsen zijn verbeterd.
 

Uitbreiding van het Kindlint zou vooral moeten zitten in de laatste elementen. Dat zijn elementen die ook in het Kindlint zitten, maar ze kunnen nu ook al zonder een Kindlint, worden toegepast.’
 

(verkeersnet)


Ons commentaar:

Wij zijn een zeer groot voorstander van dit soort projecten. Weliswaar kan men over de concrete uitvoering natuurlijk nog wel eens van mening verschillen, maar de doelstelling om de leefomgeving van kinderen veiliger en laafbaarder te maken ondersteunen wij van harte, en is overigens ook voor de overige bewoners een aangename verbetering. Een belangrijk onderdeel van dat doel missen wij echter nog het project  "kindlint". Dat is de duidelijkere scheiding tussen "echte" doorgaande wegen en "echte woonbuurten". Wij menen dat in de bebouwde kom enerzijds veel bredere en snellere doorgaande wegen moeten worden aangelegd (twee- of driebaans, met eenrichtingsverkeer en groene golven), waardoor anderzijds de woonbuurten daadwerkelijk kunnen worden ontlast van opgefokt sluipverkeer. Nu is het verschil vaak onduidelijk, waardoor alle wegen en straten voor (poging tot) doorgaand verkeer worden gebruikt. Dit is een zware aanslag op de leefbaarheid, en veroorzaakt overigens complete verstoppingen van de steden.