Rijkswaterstaat gaat filegolven bestrijden


Rijkswaterstaat gaat filegolven bestrijden

13 april 2010


Rijkswaterstaat voert vanaf juli 2010 een proef uit om filegolven te bestrijden. Hierbij wordt aan de middenbermzijde van de A1 tussen de aansluitingen Markelo en Lochem in de richting van Deventer een korte, extra rijstrook van ongeveer drie kilometer toegevoegd: de zogenaamde Golfbreker. De Golfbreker moet op korte termijn files beter beheersen, de doorstroming verbeteren en verkeersveiligheid vergroten.


De proef heeft dus niet tot doel om het aantal files te verminderen. Het is voor het eerst dat in Nederland het concept van de Golfbreker in een proef wordt toegepast.
 

Bijna dagelijks komen tijdens de ochtendspits filegolven voor op de Nederlandse snelwegen. Een filegolf is een korte file die niet op één plaats blijft, maar zich verplaatst over de weg tegen de rijrichting van het verkeer in. Dit fileverschijnsel ontstaat door een korte verstoring, bijvoorbeeld door een kortstondig incident, slecht zicht of een te langzaam invoegende auto bij druk verkeer.
 

Een kettingreactie van hard remmende voertuigen veroorzaakt een korte file. Vooraan in de file gaat het verkeer weer rijden, terwijl er aan de achterkant van de file nog steeds verkeer bijkomt. Hierdoor verplaatst de file zich langzaam tegen de rijrichting in. Filegolven zorgen voor vertraging en gevaarlijke verkeerssituaties.
 

In een proefproject legt Rijkswaterstaat een korte, extra rijstrook van ongeveer drie kilometer aan: een zogenaamde Golfbreker. Deze extra rijstrook komt aan de middenbermzijde van de A1 tussen de aansluitingen Markelo en Lochem in de richting van Deventer.
 

Er is voor deze locatie gekozen, omdat tussen knooppunt Azelo en aansluiting Bathmen vrijwel dagelijks in de ochtendspits een korte opstopping ontstaat die uitmondt in een filegolf. De file ontstaat vaak bij Bathmen en ‘golft’ dan over tientallen kilometers naar het oosten richting knooppunt Azelo. Een filegolf kan wel drie uur actief blijven. De Golfbreker moet filegolven tot stilstand brengen.
 

De file beweegt zich over de weg tegen het verkeer in. De korte file komt de Golfbreker binnen. De staart van de file verspreidt zich van twee rijstroken naar drie rijstroken. Hierdoor neemt de lengte van de file af en komt de filegolf tot stilstand. De file kan daardoor oplossen. Er kunnen vooraan in de file meer voertuigen uit de file rijden, dan dat er achteraan in lengte bijkomen.
 

Rijkswaterstaat verwacht dat de Golfbreker de volgende voordelen biedt:
• De verkeerssituatie wordt veiliger. Weggebruikers hoeven op het traject knooppunt Azelo en Lochem niet meer plotseling te remmen voor onverwachte files. Als er in de Golfbreker een file staat, worden weggebruikers hier met een waarschuwingsbord op gewezen.
• Weggebruikers staan bij een filegolf tussen Bathmen en Lochem samen gemiddeld 20 procent minder lang in de file.
• Weggebruikers die bij of voor de aansluiting Markelo de A1 verlaten, zullen geen last meer hebben van filegolven die bij Bathmen ontstaan.
• Files waar het verkeer vanuit Twente met bestemming Lochem en verder mee te maken heeft, zijn sneller opgelost.
 

Afgelopen maanden hebben verschillende metingen plaatsgevonden van de situatie zonder Golfbreker. Deze gegevens zijn nodig om na afloop van de proef te zien of de Golfbreker werkt zoals verwacht. Vanaf begin mei tot en met half juli 2010 vindt de aanleg van de Golfbreker plaats. Daarna kan hij in gebruik worden genomen.
 

In het najaar van 2010 worden metingen gedaan om te zien of de Golfbreker werkt. Begin 2011 zijn de resultaten van de proef bekend. Omdat het een proefproject is, wordt gele belijning gebruikt. Gele belijning geeft altijd een tijdelijke situatie aan.
 

(verkeersnet)


Ons commentaar:

Wij zijn benieuwd naar de resultaten. Wij vragen ons daarbij wel af of de gele belijning geen averechts effect heeft. Gaan mensen daardoor niet denken dat er wegwerkzaamheden zijn? En dus 70 rijden? Enfin, we zullen zien. In ieder geval is verstandig dat de extra rijstrook aan de linkerzijde wordt aangelegd, zodat men niet afhankelijk is van de vraag of de langzaamrijders ook daadwerkelijk naar rechts gaan. Nu werkt het andersom: snelrijders kunnen naar links uitwijken, en het lijkt ons prima om het effect juist van hen af te laten hangen: zij zijn immers degenen die doorgaans wel geneigd zijn door te rijden en dus opstoppingen te voorkomen.